De Chinese dierenriem heeft twaalf tekens: rat, os, tijger, konijn, draak, slang, paard, geit of schaap, aap, haan, hond, varken.
De tekens gelden niet per maand, maar per jaar. Elke 12 jaar komt een teken terug, omdat er dus 12 tekens zijn.
Het jaar begint echter NIET op 1 januari, maar op het Chinese nieuwe jaar, wat in februari valt, maar elk jaar op een andere datum. Ben je in februari geboren, dan is het handig om even op te zoeken bij wel Chinees geboortejaar je hoort, bijv. op Catharinaweb.
RAT: 1924, 1936, 1948, 1960, 1972, 1984, 1996, 2008.
OS: 1925, 1937, 1949, 1961, 1973, 1985, 1997, 2009.
TIJGER: 1926, 1938, 1950, 1962, 1974, 1986, 1998, 2010.
KONIJN: 1927, 1939, 1951, 1963, 1975, 1987, 1999, 2011.
DRAAK: 1916, 1928, 1940, 1952, 1964, 1976, 1988, 2000, 2012.
SLANG: 1917, 1929, 1941, 1953, 1965, 1977, 1989, 2001, 2013.
PAARD: 1918, 1930, 1942, 1954,1966, 1978, 1990, 2002, 2014.
GEIT: 1919, 1931, 1943, 1955, 1967, 1979, 1991, 2003, 2015.
AAP: 1920, 1932, 1944, 1956, 1968, 1980, 1992, 2004, 2016.
HAAN: 1921, 1933, 1945, 1957, 1969, 1981, 1993, 2005, 2017.
HOND: 1922, 1934, 1946, 1958, 1970, 1982, 1994, 2006, 2018.
ZWIJN: 1923, 1935, 1947, 1959, 1971, 1983, 1995, 2007, 2019.
De aan de tekens toegekende eigenschappen zijn:
Rat: charmant, slim, economisch, efficiënt, diplomatiek, flexibel, maar ook stiekem, opportunistisch, verkwistend en op eigen gewin uit.
Os: harde werker, principieel, zachtaardig en geduldig, maar ook koppig, excentriek, tegendraads en geen tegenspraak verdragend.
Tijger: energiek, bewonderenswaardig, revolutionair, leiderscapaciteiten, onverschrokken, recht op het doel af, kent geen nederigheid, maar ook kwetsbaar voor aanval in de flank, alle schepen verbrandend, ijdel en "alles of niets".
Konijn/Kat: rechtschapen, intuïtief, gevoelsmatig en voorzichtig.
Draak: trots en levendig, enthousiast, eigenwijs, extravert en inspirerend.
Slang: intelligent, mysterieus, sensueel, discreet, met een scherpe actieve geest, maar ook hypocriet en metend met twee maten.
Paard: elegant, loyaal, intuïtief, vrijdenkend, populair, sexy, extravert en leergierig, maar ook egocentrisch, onvoorspelbaar en onbevreesd.
Geit/Schaap: creatief, rustig maar hartstochtelijk, luxeminnend, excentriek, oprecht en grote verbeeldingskracht, maar ook leunend op rijke of sterke partner, kan geen armoede verdragen.
Aap: nieuwsgierig, onafhankelijk, levendig, behulpzaam en heeft alles in de gaten, maar ook niet erg diepgaand, lomp, huichelachtig en met zichzelf bezig.
Haan: kleurrijk, onbevangen, beschermend, nauwgezet, nuchter, goed organisatievermogen, maar ook breedsprakig, opschepperig, hebberig en niet subtiel.
Hond: trouw, loyaal, open, eerlijk, verdraagzaam, kampioen van het goede doel en handhaver van de openbare orde, maar ook bits, negatief en inflexibel.
Varken: tolerant, begrijpend, sensueel, geestdriftig, aardig, sympathiek en waarheidsgetrouw, maar ook driftig, kleinzielig, lui.
Volgens de legende nodigde Boeddha alle dieren voor een feest uit. Tijdens het feest werd er een race gehouden tussen de dieren. Naar ieder van de dieren zou een jaar vernoemd worden. De rat vertelde de kat dat het feest een dag later zou zijn. Zelf reed de rat op de rug van de os mee en kwam als eerste aan. De kat eindigde op de dertiende plaats en was te laat om een jaar naar zich vernoemd te krijgen. Daarom achtervolgt hij tot op de dag van vandaag nog steeds de rat om wraak te nemen voor diens bedrog.